Het is wetenschappelijk bewezen: een mens wordt gelukkiger van de natuur. Gelukkig heeft Renkum heel veel prachtigs vlak voor de deur. Bekende en meer verborgen plekken. De gemeente ondersteunt inwoners die willen investeren in de natuur om de hoek. Dit keer neemt Albert Smit ons mee langs de knotwilgen in de uiterwaarden van Oosterbeek.
Wie bij Albert Smit binnen stapt, begrijpt meteen waarom hij op vrijwillige basis wilgen knot in de gemeente Renkum: hij kijkt vanuit de grote ramen in zijn negentiende-eeuwse huis uit op een prachtige rij knotwilgen in de Uiterwaarden van Oosterbeek. ‘Het is ook een beetje eigenbelang’, zegt hij met een knipoog. Samen met hond Bartje gaat hij op pad door de drassige uiterwaard.
Erfgoed
Het historische landschap voor het huis van architect Albert Smit en zijn vrouw is levend cultureel erfgoed. De knotwilgen zijn jaren geleden ontstaan toen mensen de bovenste takken van wilgen afknipten voor het maken van erfafscheidingen, rieten manden, wiegjes, rozenbogen en allerlei ander moois. Als je dat maar vaak genoeg doet, ontstaat vanzelf een knot op de boom. Of meerdere knotten. Juist in Oosterbeek, waar soms wel honderd jaar oude knotwilgen staan, levert dat een grappig beeld op van verwarde, kromme oudjes met woeste pruiken, die hun gebutste lijven in allerlei bochten wringen langs een kalm stromend beekje. Karaktervolle bomen zijn het.
Sommige knotwilgen zie je uiterst traag in het water storten, anderen houden stoer stand, ondanks een totaal gespleten stam of aangevreten wortels. ‘Sinds kort komen in de gemeente Renkum bevers voor, die de bomen aardig beschadigen en dammen bouwen van het hout, waardoor het waterpeil omhoog gaat en de wortels nat worden.’ Albert Smit wijst op een omgevallen reus: ‘Deze heeft nog heel lang staan wiebelen op een potloodpuntje. De bevers hadden de boom doorgeknaagd tot een soort appelklokhuis.’ Smit blijft er blijmoedig onder. ‘We planten gewoon weer nieuwe wilgen aan. Zet een tak een meter in de grond en er groeit een nieuwe boom.’
Landschapsonderhoud
De werkgroep Landschapsonderhoud van IVN, waar Albert coördinator van is, besteedt een groot deel van haar tijd in het najaar en voorjaar aan het onderhoud van 500 wilgen in Renkum. Het is zwaar werk door de hoogte van sommige bomen, het zagen met de hand en het waden door weilanden en sloten. Ook moeten de takken naar een container gesleept worden. ‘Burgers Zoo is dolblij met de takken’, zegt Smit. ‘Grote dieren die op stal staan in de winter halen veel vitamines uit de bast. Bovendien leven er allerlei beestjes in de bomen.’ Knotten is trouwens leuk om te doen, vertelt hij. ‘Je ontmoet allerlei heel verschillende mensen en je hebt na een ochtend veel resultaat van je werk.’
De werkgroep houdt zich ook bezig met het onderhouden van heidevelden bij Wolfheze en het opschonen van de uiterwaarden. Een paar jaar geleden is een vlinder-v gemaakt. Dat is een doorgang in een rij hoge bomen langs het spoor van Wolfheze. Vlinders blijken daar anders niet overheen te komen. ‘Ik was er vrij sceptisch over, maar als je in de zomer in die opening gaat staan, is het een gefladder van jewelste. Het werkt!’ Was hij altijd al zo’n natuurliefhebber? ‘Nee, dat is ontstaan. Al werkend leer je meer over de natuur en dat maakt het steeds bijzonderder.’