Fractievoorzitter Eveline Vink verwoordde de visie van GroenLinks als volgt:
“Een bouwplan dat niet optimaal is en onvoldoende draagvlak heeft onder de burgers met als neveneffect weinig vertrouwen van de inwoners in het lokale bestuur.”
Dat zei mijn collega in 2014 over het bouwplan Münninghofflaan. Ik zat toen net in de raad en ik heb sindsdien tientallen ruimtelijke projecten zien langskomen, waar je dit citaat ook op kunt toepassen. Onder inwoners leeft de gedachte dat als je maar geld hebt, of een grote mond, of gewoon zonder vergunning aan de slag gaat, je uiteindelijk je zin wel krijgt in Renkum. Of dit nu terecht is of niet, we moeten het ons wel aantrekken.
Hoe dan? Door duidelijk te zijn over wat je kunt verwachten in het proces, voor initatiefnemers én omwonenden. Door ruimte te maken voor de andere standpunten en te kijken of je daar onderdelen van kunt meenemen. Door een proces te lopen waarin niemand op informatieachterstand staat, maar iedere belanghebbende gelijkwaardig is en gehoord wordt.
Een initiatiefnemer heeft een belang. Omwonenden hebben een belang. Soms heeft de gemeente zelf een belang, bijvoorbeeld financieel. En er is het algemeen belang. Waarin natuur, verkeersveiligheid en doelen op het gebied van wonen en ruimtelijke ordening afgewogen worden.
Naast volksvertegenwoordiging is het meewegen van dat algemeen belang nadrukkelijk een taak van de raad. Daarom moet ook de raad vroeg in het proces meegenomen worden. Wij ondersteunen daarom de motie, die het college de opdracht geeft om daar een goede vorm voor te vinden. In de commissie is de pretoets als middel genoemd hiervoor, wij zijn niet overtuigd dat dat de beste manier is. Wij gaan graag in gesprek met het college over hoe we dit met elkaar goed kunnen aanpakken.