Binnenkort wordt in Renkum de openbare verlichting opnieuw aanbesteed. Maar wat is het product: de lampen of het licht? De aanbesteding zien wij als een uitgelezen kans om de afspraken met producenten en leveranciers om te draaien. Niet meer: lampen kopen, onderhoud financieren en vervanging betalen. Maar eenvoudig: betalen voor licht. Net als bij andere aanbestedingen gelden je eigen criteria en duurzaamheidseisen, bijvoorbeeld led-verlichting, dimbaar, of bewegingsmelders. Eveline Vink vroeg het college om de verlichting circulair aan te besteden.

Circulair aanbesteden legt de verantwoording voor productie, onderhoud, reparatie en vervanging bij één partij. Die blijft ook eigenaar van het materiaal. De gemeente betaalt een vast bedrag voor het product: licht. Dit stimuleert het betrokken bedrijf om zo duurzaam mogelijk te werken. Dat is immers (ook financieel) in het eigen belang. Nu de gemeente de openbare verlichting voor een lange termijn opnieuw aanbesteed, vroegen wij het college om dit te doen volgens het principe circulaire aanbesteding. Lees meer in ons eerdere bericht. Vandaag kregen we antwoorden van het college.

 

'Voor Groenlinks is de aanleiding een door het college verstuurde raadsbrief over Openbare verlichting op 2 november 2015.  In deze raadsbrief staat dat het  college voornemens is de budgetten voor vervanging en reparatie van openbare verlichting te bundelen en te gaan besteden voor het principe Prestatie Gerichte Dialoog (PGD). Groenlinks vraagt het college na te denken over het betaalmodel, specifiek het aanbesteden volgens circulaire economie,  om de openbare verlichtingen te verduurzamen. 



De definitie van circulair aanbesteden zoals in de literatuur beschreven is als volgt:

Circulair aanbesteden gaat over het behouden van waarde en voorkomen van vernietiging. Onderhoud en hergebruik is hierbij belangrijk.  In de circulaire economie bestaat afval niet. Verspilling van grondstoffen wordt tegengegaan door de herbruikbaarheid van producten en materialen te maximaliseren en waarde vernietiging te minimaliseren. Dit is anders dan in het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur veelal worden vernietigd.



Vraag 1:

Op welke manier gaat het college dit economisch model in haar toekomstig beleid voor aanbestedingen inzetten?

Antwoord:

Circulair aanbesteden is een wijze waarop duurzaam wordt  ingekocht. We bekijken bij aanbestedingen welke vormen mogelijk en wenselijk zijn. Daarbij overleggen we met partners en regiogemeenten om  ervaringen te delen en van elkaar te leren. Sommige aanbestedingen lenen zich voor het doen van een pilot met een ander  type aanbestedingsvorm. Het aanbesteden van openbare verlichting is zo’n onderwerp.



Echt circulair aanbesteden houdt in dat alle onderdelen van het materiaal (zoals bijvoorbeeld een armatuur) volledig wordt hergebruikt. Dat kan eigenlijk alleen als alle bedrijven in het hele traject hiervoor ingericht zijn en zover is het nog niet. Dus echt circulair aanbesteden is vooralsnog niet aan de orde.



Wat bij de aanbesteding van openbare verlichting wel meegenomen wordt, is de koppeling van aanleg en onderhoud. Door hier een koppeling aan te brengen wordt verwacht dat een lange levensduur van een product in het belang is van degene die het product aanbiedt.



Vraag 2:

Op welke terreinen van haar eigen bedrijfsvoering ziet het college kansen om circulair aan te besteden?  U kunt onder meer denken aan ROM, Vastgoed & facilitair, Grijs & Groen, BOR en het gemeentelijk wagenpark.

Antwoord:

Kansen liggen onder meer bij  Openbare verlichting, Gemeentelijke Wagenpark, riolering, (weg)verhardingen en vastgoed . De mogelijkheden voor echt circulair aanbesteden zijn op dit moment nog niet groot. Wij houden de ontwikkeling hiervan wel in de gaten. Wij  participeren in het GEA-traject (Gelders Energie Akkoord) aan de subtafel Duurzame Inkoop. Hierin werken gemeenten samen om kennis en ervaring, ook ten aanzien van circulaire inkoop, uit te wisselen. Deze tafel is gestart met het inventariseren van mogelijkheden.

Daarnaast zijn we trekker van de GEA-subtafel openbare verlichting. In deze tafel gaat het vooral om het zoeken naar nieuwe financieringsvormen, waarbij de koppeling aanschaf en onderhoud, zoals boven omschreven, onderdeel is.



Vraag 3:

Is het college bereid om circulair aan te besteden, de duurzaamheidswinst en financiële voordelen, te bespreken in samenwerkingsverbanden zoals bijvoorbeeld het gemeenschappelijk orgaan met de stadsregio, ODRA, de IGUO en regionaal werkbedrijf Food Valley?

Antwoord:

Ja, wij zullen het gesprek daarover zeker actief voeren, in eerste instantie vooral binnen  het portefeuille overleg duurzaamheid dat onderdeel is van het Gemeenschappelijk Orgaan van de voormalige Stadregio en in  het GEA verband. Wanneer daar concrete mogelijkheden uit voortkomen, zullen wij die actief uitdragen.

 

Vraag 4:

De prestatiegerichte Dialoog is een wijze van aanbesteden die heel goed aansluit bij circulair aanbesteden. Is het college bereid circulaire verlichting als mogelijkheid mee te nemen in de aanbestedingsgesprekken voor de openbare verlichting?

Antwoord:

Zie boven'



Goed dat wij in Renkum hier nu over nadenken. Wij maken ons er sterk voor dat wanneer deze manier van aanbesteden zich meer ontwikkelt en er meer mogelijkheden zijn, Renkum de kans grijpt. Wij zullen dit proces de komende jaren met grote interesse volgen.